Meteen naar de inhoud

Brand en brandpreventie

1. Vuur en brand.

Brand is ongewenst vuur dat niet meer onder controle is. Vuur kan alleen ontstaan onder 3 voorwaarden, die gelijktijdig aanwezig moeten zijn:

•           Brandstof.
•           Zuurstof.
•           Ontbrandingstemperatuur.

In het volgende voorbeeld wordt dit duidelijk:

In een prullenbak liggen snippers papier (brandstof) en is er lucht (zuurstof). Als daar een smeulende sigarettenpeuk bij komt ontstaat er brandgevaar. Door de vonk en de zuurstof gaat het papier branden.
Een klein vonkje kan leiden tot een grote brand. Het vuurtje in de prullenbak is een gevaarlijke ontstekingsbron. Door het vuur ontstaat er warmte, waardoor vervolgens een stoel of een gordijn in brand vliegt en misschien de hele kamer. De brandende kamer levert weer voldoende ontbrandingsenergie op voor een uitbreiding van de brand in de gehele woning.

2. Brand en rook.

Brand geeft veel rook, vooral bij kunststoffen in vloerbedekking, meubilair, gordijnen en kleding. Rook is zelfs gevaarlijker dan vuur. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 80% van de dodelijke brandongevallen een gevolg is van rook. Rook heeft namelijk een aantal kenmerken:

•      Rook belemmert het zicht op de vluchtwegen;
•      Rook veroorzaakt een gebrek aan zuurstof, waardoor bewusteloosheid kan optreden;
•      Rook bevat vaak giftige dampen, die vrijkomen uit brandende stoffen;
•      Rook stijgt op en bevat veel warmte. Het is daarom raadzaam om bij rookontwikkeling zo dicht mogelijk bij de grond te blijven. Daar is de zuurstof het langst beschikbaar en de temperatuur het laagst.

3. Brandpreventie.

Vaak ontstaat brand door nalatig gedrag van mensen.
In brandweerkringen worden de oorzaken vaak aangeduid in de volgende termen (de drie O’s):

De O van onverschilligheid:
U weet eigenlijk heel goed dat u met vuur speelt maar u trekt zich er niets van aan omdat u denkt dat brand alleen anderen overkomt. U rookt bijvoorbeeld een sigaret terwijl u met benzine of andere brandbare stoffen werkt.
De O van onvoorzichtigheid:
U gaat bijvoorbeeld niet na of de houtskool van de barbecue nog gloeit terwijl u spiritus toevoegt.
De O van onwetendheid:
U kent het gevaar niet. U weet bijvoorbeeld niet dat kortsluiting van het elektriciteitsnet tot brand kan leiden.

Als bewoner van een flatgebouw hebt u een belangrijke taak om te letten op de risico’s voor een brand. 0nderstaand volgen enkele tips hoe u dat kunt doen:

•      Rook niet op plaatsen waar dit gevaarlijk of zelfs verboden is.
•      Bewaar geen brandbare stoffen in uw woning maar vraag om advies bij deskundigen waar u deze het beste kunt opslaan.
•      Wees voorzichtig met brandbare stoffen, zoals wasbenzine, aceton, brandbare plakmiddelen, enzovoorts.
•      Leeg asbakken nooit in een prullenbak of in een plastic zak.
•      Laat elektrische apparaten zoals strijkijzers, haarföhns, tosti-ijzers, frituurpan, enzovoorts niet aanstaan als u ze op dat moment niet gebruikt.
•      Wees voorzichtig met brandbare feestartikelen zoals slingers, lampions, ballonnen, kaarsen of kerststukjes met kaarsen.
•       Meldt gebreken aan de elektrische installatie direct bij de verhuurder van de flat of schakel een erkende elektrotechnische installateur in.
•       Laat géén brandbare voorwerpen rondslingeren: opgeruimd is veilig!
•       Laat de peuk van uw sigaret geen begin zijn van een brand.
•       Zorg dat oude kranten en tijdschriften worden opgeruimd en er geen verzamelplaatsen ontstaan van oud papier.

4. Algemene voorzorgsmaatregelen.

De brandweer wijst bij gebouwen waar veel mensen wonen op een aantal voorzorgsmaatregelen welke moeten worden getroffen om de gevolgen van een brand zo veel mogelijk te beperken. Deze maatregelen zijn  de volgende:

•       U moet weten waar de vluchtwegen en de brandtrappen zijn.
•       De vluchtweg moet veilig zijn! Derhalve mogen er op galerijen/ balkons, gangen en brandtrappen géén obstakels staan.
•       Zelfsluitende deuren mogen niet in open stand worden vastgezet (zelfsluitende deuren zijn aangebracht om bij brand en vooral rookontwikkeling te voorkomen dat vluchtwegen (trappenhuizen) onbruikbaar worden).
•       Zelfsluitende deuren mogen niet worden geblokkeerd.
•       Nooduitgangen moeten altijd vrij zijn, deuren welke onderdeel uitmaken van vluchtwegen mogen niet op slot zijn.

5. Ontdekken van brand en handelingen bij brand.

Bij brandbestrijding is het noodzakelijk dat in geen geval paniek ontstaat. Paniek verlamt een adequaat handelen. Daarom volgt onderstaand een lijst van handelingen die u, in de aangegeven volgorde, met beraad kunt uitvoeren:

•       Meldt de brand bij de plaatselijke brandweer via het alarmnummer 1-1-2 en blijf kalm.
Verstrek korte en duidelijke informatie omtrent plaats, grootte en aard van de brand en van de eventuele slachtoffers.
•       Waarschuw allen die in de onmiddellijke omgeving van de brand in de flat aanwezig zijn en activeer hiervoor andere bewoners in uw directe omgeving.
•       Schakel, indien mogelijk, alle elektrische apparatuur uit.
•       Probeer de brand te blussen indien dit nog mogelijk lijkt.
•       Als blussen niet lukt of gevaarlijk lijkt, sluit dan alle ramen en deuren om uitbreiding van brand te voorkomen (niet op slot).
•       Blijf bij sterke rookontwikkeling laag bij de grond.
•       Probeer de gemeentelijke brandweer op te vangen. Deze wordt dan bij aankomst direct geïnformeerd over eventuele slachtoffers en de plaats en aard van de brand.
•       Gebruik bij een brand nooit de lift (aan de brandzijde) tijdens het vluchten. Als de stroom door de brand uitvalt, kan de lift tussen twee verdiepingen blijven hangen. U zit dan opgesloten met alle gevolgen van dien.
•       Begeef u niet in gevaarlijke situaties

Een andere manier om brand te laten ontdekken is het aanschaffen van één of meer automatische rookmelders. Deze melders zijn goedkoop, zijn eenvoudig aan te brengen en werken op batterijen. Bij het waarnemen van een bepaalde hoeveelheid rook wordt de melder geactiveerd en zal er een waarschuwingssignaal in werking treden. Hetzelfde is van toepassing wanneer de batterijen vervangen moet worden. De techniek waakt dan mede over uw veiligheid, ook tijdens de nachtelijke uren.

Rookmelders zijn bij een groot aantal winkels verkrijgbaar, let er wel op dat het een goedgekeurd apparaat met een C E- keurmerk betreft. Rookmelders dienen op een plaats bevestigd te worden waar meerdere ruimten bij elkaar komen, b.v. een hal. Heeft de woning meerdere hallen, dan is het verstandig per hal een rookmelder aan te brengen. De batterijen van rookmelders dienen regelmatig gecontroleerd te worden, zie hiervoor de bij het apparaat geleverde handleiding.

6. Veiligheid van de bewoners.

Als de brand is gemeld aan de brandweer moet de veiligheid van de aanwezigen worden gewaarborgd. Dit betekent niet dat iedereen direct uit het gebouw moet. Als het gebouw is ingedeeld in compartimenten of gebouwdelen, is het in eerste instantie alleen noodzakelijk bewoners uit het brandende deel te begeleiden naar een ander en veiliger deel van de flat. Het directe levensgevaar, dat wordt veroorzaakt door de vlammen en de rook, is dan voorlopig geweken. Vanuit dit veilige en niet brandende gebouwdeel kunnen eventueel maatregelen worden genomen ter verdere ontruiming.
In alle gevallen moet men zorgen dat de bewoners die het dichtst bij de brand zijn, het eerst worden overgebracht. Speciale aandacht is nodig voor de oudere en niet meer zo goed ter been zijnde bewoners.

7. Hulp bij gevaar voor de bewoners.

Als iemands kleding in brand staat moet u snel handelen. Let op! Paniek kan snel optreden belemmeren. Zorg dat u goed weet wat u moet doen, namelijk:
•      Laat het slachtoffer op de grond liggen. Indien hij/zij zich hiertegen uit paniek verzet, moet u hem/haar desnoods dwingen.
•      Indien mogelijk moet u voorzichtig proberen te blussen met water. Indien dit niet mogelijk is moet u hem/haar bedekken met een deken, jas of zeil ( niet over het hoofd)  of met twee personen van u af rollen over de grond, zodanig dat de vlammen geen vat op u kunnen krijgen.
•      Trek nooit verbrande kleren uit ter voorkoming van beschadiging van de huid.
•      Het slachtoffer raakt vaak in een shocktoestand. Laat hem/haar zo snel mogelijk naar een ziekenhuis brengen.
•      In afwachting van medische hulp kunt u brandwonden het beste koelen met koud, schoon water.

8. Blusapparatuur.

Als u de brand hebt gemeld en persoonlijk gevaar is voorkomen, kunt u proberen de brand te bestrijden. Neem bij het blussen geen risico’s. Als de gehele ruimte in brand staat, is het niet mogelijk om met de aanwezige kleine blusmiddelen, de brand te blussen. Beperkt u dan, in afwachting van de brandweer, tot het sluiten van ramen en deuren. Door deze handeling zal er zo weinig mogelijk zuurstof aan de brand worden toegevoegd.
Slanghaspels en andere blusapparaten zijn in de algemene ruimten van de flat Vredenvoorde niet aanwezig.
Bewoners kunnen individueel blusmiddelen aanschaffen, b.v. een blusdeken en een poederblusapparaat. Blusdekens kunt u binnen bereik ophangen in een cassette aan de wand (bij voorbeeld in de keuken).
Blusmiddelen moeten wel regelmatig aan controle op geldigheid worden onderworpen; zie hiervoor de beschrijving op deze blusmiddelen.
Gemeld dient te worden dat poederblussers schadelijk zijn voor computerapparatuur e.d.

Natuurlijk is iedere bewoner verplicht aandacht te besteden aan de brandveiligheid in zijn of haar omgeving.

9. Tot besluit.

Tot besluit volgen hier de drie geboden die gelden voor een ieder die brandveiligheid tot zijn zorg rekent:
Denk nooit: hier komt geen brand, maar ga ervan uit dat op een onverwacht moment een brand kan ontstaan.

Tref vooraf de juiste maatregelen:

  • Plaats rookmelders in uw appartement.
  • Houd op uw balkon de ruimte naast de privacyschermen vrij van obstakels, zodat de schermen in geval van nood geopend kunnen worden.
  • Ga na of de schermen in de richting van uw buren geopend kunnen worden en bespreek dit zo nodig met elkaar.
  • Zorg dat portalen, brandwegen en –gangen vrij zijn van obstakels.
  • Bedenk welke eventuele vluchtroutes u heeft in geval van nood.
  • Bespreek deze maatregelen met uw huisgenoten en/of hulpbehoevende buren.
  • Laat uw huisgenoten dit boekje lezen en spreek af waar u deze brochure neerlegt.

In geval van nood doet u het volgende:
–   belt u de brandweer via nummer 112
–   waarschuwt u uw huisgenoten en naaste buren.
–   sluit u ramen en deuren.
–   schakelt u elektrische apparatuur uit.
–   gaat u linksaf als u via het balkon vlucht.
–   vlucht u niet via de lift maar via de brandtrap

Brandveiligheid is ons aller zorg.